zaterdag 14 februari 2015

Het Oelengoor 1973 - 1985 deel 3

Het is heel lang een goed bewaard geheim geweest in De Heurne, hoe we elkaar hebben leren. Er werd weleens gesuggereerd dat het wel eens geweest zou kunnen zijn in 1969/70 toen mijn Vader weer een tijdlang in Zeist opgenomen is geweest wegens zijn ziekte. Dat was echter niet zo, maar was het dat ik die er wekelijks lang kwam, achter bezien, waar zij toen op kamers woonde. 


Het L C H in de Bilt, het landelijk centrum voor huwelijks kontakten opgezet door enkele kerken in Nederland en dat heeft bestaan tot de 90 er jaren heb ik later eens gelezen. Hier heb me medio 1971 laten inschrijven, je moest zelf een profiel van op je opgeven en een foto van jezelf meesturen. Dit werd later in een gesprek over van alles en nog wat gecontroleerd door een contactpersoon van het L C H hier in de regio of het wel klopte wat ik had opgegeven. Wanneer je was opgenomen in het overzicht dan kreeg je een overzicht van de dames die stonden ingeschreven onder een nummer met regio vermelding, dan kon je reageren op de omschrijving van de ingeschrevenen. Deze deed je in een envelop met vermelding van het nummer waar deze brief naar toe moest. Deze brief stuurde je naar het L C H in de Bilt en zij stuurden deze dan door, je moest altijd reageren of het nou positief of negatief was, dat was ook één van de voorwaarden. Er werd van je verwacht dat je een reactie op je inschrijving netjes afhandelde. In totaal heb ik drie/vier brieven verstuurd, waarvan uiteindelijk uit één brief van mijn kant een correspondentie ontstond die dan nog ging onder het inschrijvings-
nummer. Je kon zelf bepalen wanneer je aan elkaar je naam bekend maakte. Op de door mij geschreven brieven, kreeg ik op één brief een positieve reactie. Van de anderen de mededeling dat ze geen interesse hadden, of de afstand was te groot. Het was achter af gezien wel leuk om te schrijven met iemand die je niet kende en had gezien, maar wel steeds leuke reacties teruggaf.

Een schitterende foto van mijn lieve Anneke in 1969



We hebben onze namen bekend gemaakt in jan. - febr. 1972 en elkaar voor eerst ontmoet in Zeist begin maart 1972 toen zij, Anneke Themmen, een uitvoering had van de zangvereniging Laus Deo, waar ze lid van was. Ik had al het gevoel dat zij in de omgeving van Zeist woonde en dat was voor mij niet helemaal onbekend terrein.



Heesch 1972
 
Bovenstaande foto is gemaakt tijdens een familie samenkomst van de Themmens in Heesch, waar haar broer, die testpiloot was bij fokker en veel vluchten gemaakt heeft met de F 16, voor die tijd een super jachtvliegtuig.

 Dat zij op kamers woonde in Zeist aan de Sanatoriumlaan was toeval, maar voor mij toen al zeer bekend terrein, omdat ik in 1969/70 veel naar Zeist heb gereden en kwam via de Utrechtseweg en Sanatoriumlaan bij het Christelijk Sanatorium, waar mijn vader behandeld werd. Na een paar bezoeken over en weer bleek wel goede gevoelens hadden van elkaar en dat er wel een klik was, zoals dat zo mooi gezegd kan worden. Het was mij een zeer prettige tijd, vrijdags uit het werk, douchen, weekendtas pakken en naar Zeist tuffen met mijn Dafje, meestal om de week. Kwam zij naar de Achterhoek, dan haalde ik haar vrijdag avond op in Terborg, maar bracht haar wel zondags avonds weer naar Zeist. Na ongeveer 4 maanden hebben we ons tijdens een lang weekend ergens in de Achterhoek verloofd. (En gevierd in Hotel “Het witte Paard” in Zieuwent). Omdat zij met een reisvriendin Nel Struik, waar ze al enkele jaren mee op vakantie was geweest al een vakantie (trein) reis geboekt hadden van 14 dagen naar Zwitserland – Vitznau en Engelberg, mocht ik ook mee wanneer er nog plaats zou zijn en die waren er gelukkig nog. Het was een zeer gezellige reis met medereizigers van diverse leeftijden, wij waren wel van de jongere generatie. Wat ik daar allemaal heb gelopen is eigenlijk onvoorstelbaar geweest, Na 14 dagen met ook vaak 2 keer daags diner ben ik toch nog weer 2 kilo afgevallen.









Hier enkele foto's van onze eerste gezamenlijkevakantiereis naar Zwitserland. De eerste en enige keer dat ik met de trein heb gereisd.




Deze bezigheden waren ook belangrijk tijdens de vakantie in Vitznau en Engelberg.



       Relaxen hoorde er ook bij




Hier gezellig koffie drinken tijdens de laatste avond van onze reis Vitznau - Engelberg


We hebben er veel tochten gemaakt met de boot en trein.








Na de thuiskomst zaterdags via Emmerich, waar we werden opgehaald, hebben we  's maandags daarop deze schitterende reis afgesloten met een sfeervol diner in restaurant “Oud Londen”, voor een bedrag van Fl. 71,55 en dat was veel geld in die tijd. Dat restaurant kende ik nog van de tijd in 1961 dat we vader opzochten in Zeist en daar hebben we wel eens een uitsmijter hebben gegeten. In die tijd duurde het naar Zeist rijden veel langer dan nu, de autoweg (nu A12) was nog maar klaar tot ongeveer Veenendaal. In de tijd dat ik naar Zeist ging was er nog geen A 18 en ging door Terborg  naar Beek en dan de A 12 op.

 
Mijn ouderlijk huis  in 1970

Begin 1973 begonnen we plannen te maken voor ons huwelijk, mede omdat er bungalows gebouwd zouden worden aan de Groothuizerlaan, die net betaalbaar waren voor ons wanneer de Gemeente de deze plannen goed zou keuren. Helaas waren in hun ogen deze te eenvoudig, moesten luxer worden en werden daar aanzienlijk duurder en voor ons niet meer betaalbaar, mede gelet op het inkomen, omdat we er van uitgingen dat het moest kunnen uit de verdiensten van één persoon. Ook omdat toen niet zo eenvoudig was voor Anneke om hier werk te krijgen, deeltijdbanen was toen heel erg moeilijk op een kantoor, men kende dit nog niet, deze mogelijkheid kwam pas eind 70 er jaren op gang.
Toen kwam mijn moeder met het voorstel dat ik het huis zou overnemen, dan kon ik het laten verbouwen, dat heb ik toen in overleg met Anneke gedaan en het laten verbouwen. Mijn ouders konden dan ook nog een tijd langer blijven wonen. Wanneer ik/wij het huis niet hadden overgenomen dan was het zeker geweest dat midden 70 er jaren het verkocht moest worden omdat mijn moeder het toen niet meer aan kon. Moeder was dan in het rusthuis ( nu zorgcentrum) in Dinxperlo terecht gekomen en mijn vader was naar de Ooiman in Doetinchem gegaan wegens verder gaande dementie. In die tijd heb ik ook het volgende ontdekt, moeder overlegde altijd eerst met Karel en dan pas met Henk en mij. Maar ja, Karel was nou één maal moeders lieveling, daar zijn een 3 tal voorbeelden van - tijdens de diensttijd, omstreeks de 60 er jaren naar aanleiding van een opmerking gemaakt door Tante Mina, toen mijn moeder liet doorschemeren dat ze graag een dochter zou hebben gehad. Merkte ze eens op: “Je hebt toch een hele hoop aan Karel!”. Ja, wel dat is zo, hij doet wel heel veel, maar moet toch ook niet denken dat hij alles……….(beter weet), zoiets kon ze heel laconiek opmerken, zo zal ze over mij ook best wel eens een opmerking gemaakt hebben, onze Moeder kon heel rake opmerkingen maken/plaatsen. En bij toeval tijdens een familie reünie in 2007 van de ter Horstenfamilie, toen Rudi Westendorp, een neef van mij, een opmerking maakte over een voorval tijdens een schoolreisje of schoolfeest, hoe mijn moeder reageerde toen er iets met Karel gebeurde. Wat dat precies was heb ik niet goed meegekregen omdat ik in gesprek was met een ander en maar met half oor meeluisterde, hij was ergens vanaf gevallen! Helaas vergeten er later nog na te vragen wat het precies was geweest, kan het hem ook niet meer vragen omdat hij enige tijd later is overleden, was al jaren ziek.


 
Zo zag de Welskerbos er in 60 en 70 er jaren uit, een karrespoor met een fietspad er naast. In de winterdag was het onbegaanbaar. Je ziet nog de electriciteits palen die toen nog gebruikt werden.



Hier de Welskerbos nadat de zandweg een asfaltweg was geworden en hele verbetering, de eikenbomen waren net gepoot. Dit is de winter van 1978.
We hadden over dergelijke zaken met zijn allen aan tafel moeten zitten, Moeder, Henk, Karel en Ik, ook omdat moeder ooit al eens tegen Henk had gezegd, er is later voor jou ook een huis, dat was waarschijnlijk in de tijd (1963) dat Karel een huis ging bouwen aan de Lage Heurnseweg, dit kreeg ik later verscheidene keren van hem te horen, Karel zorgde er wel voor dat het ging zoals hij graag wou, (eigenlijk een voorzorgsmaatregel). Hij had toen al heel goed door, wanneer ik het huis niet zou overnemen. Het met enkele jaren in de verkoop zou gaan, en dat dan later hoogstwaarschijnlijk niets te erven zou zijn geeest. Daarom zou het heel goed zijn geweest voor ons allen dat er één of twee zusjes zouden geweest, (1938) voor mijn broer Karel en moeder, dan waren veel zaken heel anders gegaan en zeker voor mij, dan was er ook één geweest (1941) die me had meegetrokken en misschien wel af en toe een op de donder had gegeven van = kom op, probeer het maar, je kunt het wel, had me er zeker aan kunnen optrekken.

Nu was ik verlegen omdat ik er niemand was waarmee ik me aan kon optrekken. Eén voorbeeld, dan hadden mijn ouders boven zeker kamers moeten laten maken voor eventuele zusjes. Het was gewoon een gegeven dat Henk zich altijd benadeeld voelde, hij moest het hebben van zijn handen en bij te leren door goed naar een ander te kijken hoe die dat dan deed, hij had wel een technische vaardigheden en door te overleggen met kennissen die ook in het auto vak zaten kwam hij veel te weten en wist dan ook hoe hij het moest aanpakken en daardoor ook een vingerspitsen gevoel ontwikkelde, dat is helemaal geen schande, maar ja zoiets kon je hem niet duidelijk maken.


Ons woongedeelte na de verbouwing in 1973

Op 21 september 1973 zijn we getrouwd, op de dag dat de herfst begon en die begon ook nog heel erg slecht. Het was de hele dag regen en wind, alleen dat half uur toen ik Harfsen was om Anneke op te halen was het droog. Dus konden we geen leuke foto reportage maken in een mooie omgeving of fraai aangelegde tuin zoals het gebruikelijk was in die tijd, dus binnen in de studio. Van Annekes familie waren helaas Henk en Henny niet aanwezig, ook omdat Henk in het buitenland zat voor zijn werk. Het was ondanks het slechte weer een fijne dag voor ons ook omdat eigenlijk iedereen die we uitgenodigd hadden er ook waren en dat ondanks het weer steeds slechter werd. Voor Anneke was het erg plezierig dat haar reis vriendin Nel en de mede kamer bewoners Femia en Rina er ook waren. De andere morgen was het weer opgeklaard en tegen de middag hebben we de drie vriendinnen weer naar Zeist gebracht.

Op maandag 24 september zijn we vertrokken voor een huwelijksreis van bijna drie weken, de eerst 5 dagen hebben we door gebracht Ootmarsum, hier hebben we enkele toeristische routes gereden en zijn ook nog naar de ’t Everloo in Volthe bij Oldenzaal geweest, waar een nicht van tante Adrie woonde, waar haar man een boerenbedrijf had, later is het meer een horeca gelegenheid geworden waar ook gezelschappen diverse spelen konden doen, ook bij slecht weer. De eerste vijf dagen wist niemand waar we naar toe waren, op vrijdag zijn toen verder gegaan naar pension “De Börken in Lhee bij Dwingelo, Daar hebben we een hele leuke tijd gehad en ook heel Drenthe verkend en zijn zelfs naar Winsum geweest in de provincie Groningen. Waar haar grootmoeder Oma de Haan gewoond heeft en Schauwerzijl, waar Annekes, moeder is geboren, we hebben bij het huis gestaan en ook gefotografeerd.

 
Toen we weer terug waren in De Heurne, zijn we naar Fotograaf Garretsen geweest in Aalten om te zien hoe de foto reportage geworden was die we in de studio moesten maken wegens het slechte Weer. Tot zijn spijt moest degene die de reportage gemaakt had ons mede delen dat alles mislukt was doordat de flits niet goed stond ingesteld, deze ging net iets te laat af. Dus hebben we de reportage overgedaan in de week nadat we thuis gekomen waren op vrijdag, het was toen een stralend zonnetje en we konden een mooie buiten reportage maken op kosten van de firma Garretsen. Alle kosten, inclusief bruidsboeket waren voor zijn rekening. Ondanks het slechte weer op onze trouwdag en het overdoen van de fotoreportage hebben we een fijne tijd gehad in Overijssel en Drenthe.
Hierna begon weer het normale leventje weer, de hoofdboekhouder was blij dat ik weer terug was naar een afwezigheid van bijna vier weken, omdat hij heel weinig aan zijn eigen werkzaamheden had kunnen doen. Voor ons brak er ook onverwachts ook weer een spannende tijd aan, omdat bleek dat mijn lieve echtgenoot Anneke in blijde verwachting was, zoals men dat in die tijd wel vaak zei. Exact negen maanden na onze huwelijksdag werd onze dochter Reina, vernoemd naar Annekes moeder, geboren in het Wilhelmina Ziekenhuis in Doetinchem met behulp van een keizersnede, doordat de baby al veertien dagen over tijd was en de bevalling niet wou vlotten moest ze hals over de kop naar het ziekenhuis. achteraf gezien maar goed ook omdat haar hoofdje tegen de navelstreng drukte die in de weg zat en dit was ook de reden dat alles zo lang duurde. Doordat zij nogal bloed had verloren en er nogal witjes uitzag heeft Anneke extra bloed gekregen. De gynaecoloog Dr. Van Aken, was wel in voor een grapje, Toen ze aan het infuus lag voor extra bloed, zei hij heel laconiek, we geven jou maar wat tijgerbloed, je ziet er ook nogal bleekjes uit. Zij groeide voorspoedig op en enkele woorden vergeet je nooit, omdat er een kalfje in een hok naast de koeien en Anneke zei dat is een kalfje, dan kon ze al zeggen: kas.

Anneke met dochter Reina 1975

 Zoiets vergeet je nooit ook omdat ze op 1 april 1976 door een tragische omstandigheden is verdronken in een koelbak waar een laagje water van ca. 15/ 20 cm? stond en het was toen de eerste fraaie lentedag. De begrafenis was op 6 april, toen was het guur weer en koud. Mijn moeder heeft na het gebeurde eens gezegd: “het is net alsof hier geen meisjes mogen zijn” Deze gebeurtenis vergeet je nooit en zij blijft altijd op de achtergrond in je gedachten ook omdat bij ons verdriet een vreugde dicht bij elkaar zaten. Maar ook omdat je nu weet hoe de 3 dochters in het leven staan. Er blijft altijd de vraag hoe zou zij het gedaan heb ben?



Op 25 juli onze 2e dochter Martine is geboren, uit voorzorg in het ziekenhuis omdat de arts, die de bevalling ( keizersnede) van Reina heeft gedaan, wou weten of het ook via natuurlijke weg kon komen. En het ging via natuurlijke weg, ik heb deze niet mee kunnen maken doordat men mij te laat waarschuwde vanuit het ziekenhuis, onze 2e dochter (Martine) was al geboren toen ik aankwam. Anneke zal deze geboorte nooit vergeten omdat het bloedheet was in juli, ze heeft wel eens gezegd ik dreef het bed uit van transpiratie.

 

Tijdens de warme zomer van 1976 zat moeder vaak onder de notenboom, daar was het toen goed toeven.

Hier wil ik ook een opmerking over wat ik moeder  eens heb horen zeggen, dankzij jullie hebben we nog 5/6 jaren hier kunnen wonen en nog een mooie  tijd gehad. Dit is een mooie opsteker voor Anneke.

Martine aan het spelen


Het leven ging verder met de vreugde van het nieuwe leven, dat verdrong misschien ogenschijnlijk het verdriet over het onverwacht overlijden van onze dochter Reina. In mijn gedachten heeft zij altijd meegelopen in gedachten en zeker in die tijd toen ik zag hoe zich de 3 dochters ontwikkelden. En nu tijdens het schrijven al helemaal, mede omdat je nu weet hoe onze dochters in het leven staan, hoe zou zij haar leven hebben ingevuld? Doordat de andere dochters haar niet hebben gekend, is het wel jammer dat zij altijd er buiten staat, alleen maar via haar baby boek. In 1978 werd onze 2e dochter Maaike geboren, zij kwam als een dief in de nacht, uit voorzorg hebben we 24uurs bevalling gedaan in het ziekenhuis. De 2 dochters groeiden voorspoedig op ze gingen naar de kleuter - en lagere school.


Anneke met Maaike op schoot en de bijna 2 jarige Martine - juli 1978 -


 
Deze foto is gemaakt ter gelegenheid van het 45 jarig Huwelijk van onze ouders B.M. Beernink & C.B. Beernink - ter Horst.

 
In april 1982 onze 3e dochter Christien werd geboren. Zij is geboren op Paas- zaterdag 10 april, ’s morgens om iets over 7 uur, deze bevalling ging vliegensvlug. We vertrokken om 6 uur naar Doetinchem en een goed uur later was Christien er al. Dit was ook weer een 24 uurs bevalling. De eerste Paasdag lag er ’s morgens sneeuw en het was koud.

                                                   Christien aan het fietsen



Omstreeks deze tijd ging het mijn ouders niet zo goed, dat speelde eigenlijk al vanaf medio 1981.Maar we stonden eigenlijk alleen voor omdat mijn broer Karel niet wou inzien dat het niet meer kon. Terwijl buitenstaanders het wel zagen B.v. oom Rudolf. Hij was ook degene die later in 1984 tegen mij zei, toen vader was overleden en moeder verhuist was naar Den Es in Varsseveld. Wanneer het met oom Bruur ok slechter gaat, dan zit hij binnen de kortste keren in het Dr. Jenny rusthuis, omdat dan Karel er last van heeft en dat was nu niet het geval. Ook al liet ik hem enkele keren zien dat de pedaalemmer stonk naar urine omdat mijn vader er in plaste, maar Karel deed net alsof dat niks was en keek niet eens. Maar het liep toch allemaal goed. Anneke kon wel dit en dat doen en Bep was er toch ook een halve dag en er kwam toch thuiszorg. Ik kreeg toen echt het gevoel het interesseert me hier totaal niets hoe het bij onze ouders ging. Dat heeft hij later ook eens gezegd. Zo’n probleem moet je als broers te sa- men oplossen en niet afwentelen onder het mom van “Het loopt toch allemaal goed” Wanneer je ouders geen beslissing kunnen nemen, dat moet als broers overleggen over wat doen we? Hier kwam pas omstreeks half oktober een oplossing toen de leidster van de gezinszorg Mevr. Th. Kroese Karel belde met de mededeling: “De verzorgsters kwamen liever niet dan wel” Toen moest hij wel actie ondernemen en hoorde ik ook een keer de reeds genoemde opmerking. Het is te gek voor woorden dat er een buitenstaander aan te pas moest komen, voordat er actie werd ondernomen. In begin januari 1983 zijn moeder en vader naar de Ooiman in Doetinchem gegaan, eindelijk was de spanning hier verdwenen omdat je niet wist hoe vader zou reageren. Hier kan ik een voorbeeld van geven toen in oktober 1982 vader weer eens aan het vuurtje stoken was geweest en speelvormpjes van de kinderen in het vuur had gegooid. Toen heb ik een opmerking gemaakt tegen hem in de trant van “Zo kant het niet langer meer, toen was het net of hij helder was, “dan mo’k maor an de zied.” Als je zo iets hoort dan schrik je wel, want hij had een krankzinnige blik in de ogen, helaas je kon het hem niet kwalijk nemen omdat hij verregaande vorm van dementie had. Maar zoiets blijft altijd bij, ook omdat je veel later een zelfde blik opnieuw meemaakt, maar dan met je 2e broer ( Karel in 1995 ).
In januari 1983 werd oom Rudolf 80 jaar en had alle neven en nichten van moederskant – de ter Horsten – uitgenodigd. Later hoorde ik een opmerking van mijn broer Karel dat het een gezellig feest was geweest omdat alle neven en nichten er waren. Ze hadden gezellig met elkaar zitten te kletsen, helaas was dat niet was dat niet helemaal waar. Omdat Anneke en ik er niet geweest zijn, mede omdat we Vader en Moeder niet aan een oppas konden overlaten. Dit was eigenlijk om Vader, die was helemaal de kluts kwijt, gelukkig deed hij geen gevaarlijke dingen meer. Zelfs toen alles al in kannen en kruiken was probeerde moeder er toch nog onderuit te komen, ze kwam op een keer naar me toe lopen met de opmerking van dat ik Karel maar moest bellen dat het niet door ging, terwijl zij heel goed wist dat het met vader beslist niet meer kon en misschien ook wel met moeder, wegens de intensieve verzorging die zij nodig had.
Mijn oudste broer Henk heeft moeder en vader toen naar Den Ooiman in Doetinchem gebracht, gelukkig sputterde vader niet tegen, dit kwam waarschijnlijk doordat Moeder onder problemen in de auto stapte, dus vader deed dat ook. Moeder wist heel goed dat ze niet meer thuis zou komen. Ze is nog wel een paar keer een halve middagen op bezoek geweest bij een verjaardag van haar of zomaar een keer, waar meerdere familieleden aanwezig waren. Als slot van deze voor ons toch wel moeilijke periode wil ik de ook de naam van mijn lieve Anneke noemen, zij heeft een geweldige daad verricht vanaf begin 80- er jaren en dat mag ook wel eens gezegd worden, dat wat ze gedaan en gepresteerd heeft vond men eigenlijk zo gewoon, ook omdat je er naast woont, dan is dat min of meer vanzelf sprekend.
In juni 1984 is vader overleden en moeder overleed in februari 1985. Zij heeft een zwaar leven gehad, Vader had een moeilijk en helaas ook lastig karakter, ook omdat hij nogal secuur was voor zich zelf en mijn moeder, maar bleef niet hangen in het oude, ging wel met de tijd mee, maar was wel voorzichtig en nam een afwachtende houding aan van vaak eerst eens zien en dan erin geloven en uit proberen.

En dan 4 kinderen verliezen waarvan de oorzaak nooit precies bekend is geworden en je hebt een zoon waar van je weet waarom hij die handicap heeft, dat is ook niet eenvoudig. Ondanks alle tegenslagen heeft ze nooit haar geloof verloren en dat is een knappe prestatie. Ik heb het wel jammer gevonden dat ze het nooit persoonlijk aan mij verteld heeft waarom ik de handicap had, gezien haar moeilijke omstandigheden kan ik er begrip voor opbrengen.

Moeder wist in 1973 heel goed dat zij eigenlijk niet langer zelfstandig konden blijven wanneer één van ons het huis niet zou overnemen. Doordat  wij hun huis hebben overgenomen hebben we samen en zij, vooral moeder nog een 6 tal plezierige jaren gehad op de plek waar zij in in 1933 waren begonnen. 

Daarom wil ik hier een opmerking maken dat door mijn broers gemakshalve maar vergaten of vergeten en dat ook donders goed wisten en weten. Wanneer ik in 1973 het ouderlijk huis niet had overgenomen en een bungalow had gekocht in het dorp, helaas durfde ik dat niet omdat eigenlijk buiten mijn begroting viel en prijzen vanaf fl. 90.000.-. Dan was het ouderhuis midden 70 er jaren verkocht omdat mijn moeder het niet meer aan kon en vader ook niet meer thuis kon blijven. Dan was aan het eind in 1985 waarschijnlijk heel weinig of misschien wel niets te erven geweest. In die tijd = 70-er jaren = moest men eerst het eigen vermogen, op een vrijstelling na, opmaken. Moeder was dan naar het Dr. Jenny Rusthuis gegaan in het dorp en vader naar den Ooiman in Doetinchem. Dan was het een zeer kleine kans geweest dat Henk het ouderlijk huis met een ca. 15.000 m2 had kunnen kopen of alleen het huis met ca. 2.000 m2. De gronden waren in trek voor de ruilverkaveling die nog maar net begonnen was, men had extra hectares nodig. 100% weet je het natuurlijk nooit, omdat je niet de belastingtechnische kant moet vergeten en het daarom in de openbare verkoop moet gooien. Nu hebben vader en moeder Henk wel kunnen helpen toen de verhuurder het huis in Dinxperlo waar Henk en Bep in woonden wou verkopen, want dan was het voor hun betaalbaar. Over het bovenstaande werd gemakshalve maar aan voorbij gegaan door mijn broers.

                                                                  voorjaar-zomer 1992

Eind 1985 kwam er een definitieve boedelscheiding en naar aanleiding hiervan, mocht ik het vuile werk +opknappen en mijn broers hebben me duidelijk laten merken dat ik een buitenstaander voor hun was. Wat er verder is voorgevallen door Henk wil ik maar achterwege laten, menigeen zou het niet geaccepteerd hebben, maar het was wel duidelijk twee tegen één.

Heurnerbosch1832-1913
 
 
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten